Klimaatverandering, kindermisbruik, terrorisme, tot op zekere leeftijd kun je kinderen in het ongewisse laten. Maar er komt een dag waarop alle ellende via school of media tot ze doordringt. Wat doe je dan?
Kinderen van nu groeien op met media. Films, tv-series, games, velen kijken er dagelijks naar. Ook het nieuws gaat niet aan ze voorbij. Ouders die vaak heel bewust bezig zijn met mediaopvoeding zetten terloops het Acht uur-journaal op. Terwijl volgens psychologe Juliette Walma van der Molen, die onderzoek doet aan de Universiteit van Amsterdam naar de gevolgen van nieuws voor kinderen, het volwassenennieuws ongeschikt is voor kinderen onder de 10.
Ook zonder medeweten van de opvoeders krijgen kinderen veel mee van de actualiteiten: ongeveer 65 procent van de zeven- tot twaalfjarigen kijkt bijna dagelijks naar het nieuws dat veelal voor volwassenen is gemaakt. Dat komt doordat er steeds meer zenders en kranten zijn, maar ook omdat ze veel op internet zitten. En daar is heftig nieuws soms ongecensureerd beschikbaar.
Ook op tv worden de beelden steeds heftiger. De oorzaak is het toenemend gebruik van amateurbeelden (zoals de WTC-aanslagen die vrijwel allemaal met videocamera’s van toeristen waren gefilmd) en gewenning van het publiek. Om de kijker nog enigszins te prikkelen, gebruiken nieuwsmakers steeds gewelddadiger beelden die niet altijd geschikt zijn voor kinderen. Er is een afspraak dat omroepen geen schokkende beelden mogen vertonen voor acht uur ’s avonds, maar die regel wordt met voeten getreden.
Jeugdjournaal
Je kunt je kind niet eeuwig afschermen van de boze buitenwereld. Vanaf een jaar of 8 worden kinderen uit nieuwsgierigheid nieuwsconsument. Vooral kinderen van 11 en 12 willen niets missen van de laatste ontwikkelingen, lezen de Metro en Spits en checken het nieuws ’s avonds laat nog een keer om te zien hoe iets afloopt. Ze willen meepraten op school en soms ben je zelfs niet stoer als je iets ergs niet hebt gezien.
Ergens is het ook goed dat kinderen geleidelijk aan leren omgaan met het nieuws. Ronald Bartlema, chef van het Jeugdjournaal, is van mening dat kinderen voor wie het nieuws lang verborgen blijft, ruw wakker worden als ze merken dat ze niet in een sprookjeswereld leven. Walma van der Molen adviseert het op te bouwen: eerst Kidsweek en het Jeugdjournaal, en dat laatste dan samen kijken. Wegzappen als het te heftig wordt en er veel over praten. Vanaf een jaar of 10 zouden kinderen grofweg zelfstandig naar het Jeugdjournaal kunnen kijken.
Van der Molen is in De Groene Amsterdammer erg positief over het Jeugdjournaal. Ze pleit voor een volwaardig kindernieuwsprogramma. ‘Kinderen zijn nieuwsgierig en aan het eind van de basisschool zijn ze al behoorlijk betrokken bij allerlei maatschappelijke en politieke onderwerpen. Je kunt ze dus niet afzijdig houden van het nieuws. Je moet ze eerlijk informeren. Het Jeugdjournaal doet dat goed en neemt zijn publiek lovenswaardig serieus.’
Angstig door het nieuws
Angsten zijn niet ongewoon voor kinderen. Meestal verdwijnen ze als kinderen ouder worden. Door heftig nieuws kunnen kinderen extra bang worden. Hoe ze erop reageren, is afhankelijk van de leeftijd.
Kinderen tot 7 jaar hebben een levendige fantasie en zijn bang voor monsters, spoken en heksen. Ze kunnen geen onderscheid maken tussen fictie en werkelijkheid. Daardoor begrijpen ze ook niet dat de vreselijke dingen die ze misschien op een foto of tv zien niet steeds opnieuw gebeuren, maar opnamen zijn. Elke keer sla ze het zien, jaagt het ze angst aan.
Maar meestal willen ze het niet eens zien. Van gewelddadige beelden schrikken ze zo dat ze zelf hun handjes voor de ogen slaan. Voor deze jonge kinderen zijn dergelijke beelden schadelijk, het tast hun vertrouwen (in mensen, in de wereld) aan. Dat is de reden dat ik ervoor pleit jonge kinderen niet te confronteren met het dagelijks nieuws.
Kinderen tussen 7 en 12 zijn niet meer bang voor fantasiefiguren, maar voor reële angsten zoals niet leuk gevonden worden of ouders die gaan scheiden. Ook zij schrikken van heftige beelden, maar ook van verbale dreigingen maken hen bang. Ze begrijpen abstracte begrippen als armoede, terrorisme en hongersnood.
Ze krijgen veel informatie via diverse kanalen (social media, het journaal, school) en kunnen van slecht nieuws angstig worden. Volgens het onderzoek van Walma van der Molen heeft een op de acht kinderen last van zweten, hartkloppingen, piekeren, niet kunnen slapen en nachtmerries. In sommige gevallen kunnen heftige beelden en nieuws zelfs leiden tot een posttraumatische stressstoornis.
Kinderen en het nieuws: tips voor docenten
Op de website Nieuws in de Klas staan tips om heftig nieuws bespreekbaar te maken in de klas.
Ook de twee orthopedagogen en hogeschooldocenten Erik van Meersbergen en John Jeninga formuleerden tien tips om nieuws voor kinderen behapbaar te maken en zo angstgevoelens te verminderen. De lijst is bedoeld voor docenten, maar ook voor ouders interessant.
Hieronder enkele tips uit de docentenlijst van Jeninga en Van Meersbergen:
Geef gevoelens de ruimte
Neem de angst, boosheid of verdriet van je kind serieus. Laat merken dat de emoties van je kind heel begrijpelijk zijn. Wuif het niet weg door het nieuws te ontkennen of te denken dat je kind toch te klein is om te begrijpen wat er is gebeurd.
Praat over media met kinderen
Elk kind gaat anders om met heftig nieuws. Laat weten dat jij het belangrijk vindt dat je kind gedachten en gevoelens deelt. Door erover te praten, kunnen kinderen het nieuws een plek geven. Dat kan heel terloops tijdens de afwas of tijdens de lunch. Maar liever niet vlak voordat kinderen gaan slapen.
Het is trouwens ook belangrijk dat ze er met elkaar over praten, online of in een klassengesprek. Zo zien ze dat ze niet de enige zijn met angst, boosheid of andere emoties.
Vertel niet meer dan nodig
Laat je kind zelf vertellen en luister vooral. Je kunt daarbij vragen stellen als ‘Wat heb je gezien, gehoord of gelezen?’ en ‘ Wat vind je ervan?’. Geef niet je eigen oordeel over de antwoorden, want dit beïnvloedt direct de kinderen.
Kinderen zijn nieuwsgierig en willen vaak heel praktische dingen weten. Maar ze hoeven niet alle gruwelijke details te weten. Beantwoord alleen de vragen die een kind stelt. Ga vooral niet uitweiden over iets waar ze niet mee bezig zijn. Als kinderen meer willen weten, vragen ze vanzelf verder. Geef eerlijke antwoorden, nuanceer en stel gerust. Maak het niet dramatischer dan het is, maar ook niet minder erg.
Het is trouwens niet erg om eens géén antwoord te hebben als ouder. Je kunt gerust zeggen dat nog niet alles duidelijk is, als dit zo is. Naar het kind luisteren is meestal al genoeg. En vaak hebben kinderen zelf al een antwoord, ze weten en bedenken meer dan we denken.
Blijf feitelijk
Een van die feiten is dat nieuws wordt uitvergroot doordat er zoveel cameraploegen, fotografen en verslaggevers naartoe gaan. Door de media-aandacht lijkt het alsof het overal gevaarlijk is, maar de kans dat bijvoorbeeld een aanslag als in Parijs in jouw buurt gebeurt, is klein.
Daarnaast: niet alles wat geschreven wordt is waar. Dat geldt vooral voor social media.
Biedt perspectief
Dat doe je onder meer door de positieve kant van het nieuws te benoemen. Om als voorbeeld de aanslagen in Parijs in november 2015 te nemen: vertel in zo’n geval hoe mensen elkaar juist hebben geholpen tijdens de gebeurtenissen. Dat hulpverleners de slachtoffers helpen, dat de politie er alles aan doet om de daders te pakken. Benadruk dat bijna alle mensen op de wereld boos zijn over de aanslagen. Staatshoofden, vluchtelingen, moslims, katholieken en de bakker.
Straal geen angst uit
Dan een hele belangrijke: laat niet merken dat je bang bent. Het lijkt vanzelfsprekend, maar het is lastiger dan je denkt. Toch is het belangrijk te letten op je blik, je woorden en je gebaren, want jij bent het ijkpunt voor jouw kind. Jouw angst slaat over op je kinderen. Het is zoals psychologe Rita Kohnstamm het zo mooi verwoordt: kinderen trekken zich op aan het zelfvertrouwen en de kracht van volwassenen om hen heen. Dat biedt tegenwicht voor de neerslachtigheid die nieuws zou kunnen veroorzaken. Jouw zelfvertrouwen en vertrouwen in de wereld geeft de kinderen dus veiligheid.
Eindig positief
Eindig een gesprek over nieuws met iets positief om je kind af te leiden. Ga iets leuks doen zodat je kind de negatieve gedachten kan vervangen door leuke herinneringen en niet blijft piekeren. Doe een spelletje, kijk een leuke film, vertel een vrolijk verhaal en geef elkaar een knuffel. Zo vergeten jullie beiden niet dat er ook leuke dingen zijn in de wereld.
Zelf iets doen
Behalve erover praten, willen kinderen vaak ook zelf iets doen als ze worden geconfronteerd met onrecht. Het helpt bij het verwerken van slecht nieuws. Je kunt ze erover laten schrijven, een tekening laten maken of een mening laten posten op social media.
Ook kunnen wat oudere kinderen iets doen voor een goed doel, bijvoorbeeld koekjes bakken en verkopen om geld in te zamelen voor hulp na een aardbeving. Iets doen maakt het concreter en langzaam zullen ze zo verbanden en oorzaken leren begrijpen. Kohnstamm zegt hierover iets moois: “Over het algemeen gaat zulk prosociaal gedrag kinderen het beste af als ze zelfvertrouwen hebben en een positieve zelfwaardering. En die twee hangen op hun beurt weer samen met ouderlijke warmte en aandacht.”
Slaapproblemen
Soms merk je dat praten niet helpt en dat nieuws zo’n impact heeft op je kind dat het slaapproblemen krijgt of zelfs gaat bedplassen. Beperk dan de nieuwsconsumptie. Omdat verbieden geen zin heeft, dat maakt je kind alleen maar nieuwsgierig, moet je dat terloops doen. Leg de krant uit het zicht en ga eten net als het journaal begint.
Ook als er geen problemen zijn, is het goed het bekijken en delen van gewelddadige beelden met je kind te beperken. Je kind kan zelf aangeven wat het wel of niet wil zien (voor zover ze de impact ervan kunnen inschatten). Je kunt samen met je kind accounts op sociale media filteren, zodat ze bepaalde bronnen niet ontvangen of dat filmpjes niet automatisch opstarten.
Mediawijsheid
Met name via social media krijgen kinderen soms de gruwelijkste beelden voorgeschoteld. Het is volgens expert kind&digitale media Remco Pijpers van stichting Kennisnet daarom noodzakelijk dat docenten en ouders de sociale media voor hun kinderen monitoren.
Pijpers zegt vlak na de aanslag in Parijs in de Telegraaf daarover het volgende: „Er zijn goede manieren om een kind te beschermen tegen te ingrijpende beelden en foto’s. Scholen kunnen het Youtube-kanaal op de veiligheidsmodus zetten zodat je redelijk zeker weet extreme beelden niet vertoond worden. Op Facebook kan je video’s blokkeren die meteen gaan afspelen. Dat is echt belangrijk. Het zien van geweld heeft meer negatieve invloed op een kind dan seksuele beelden.”
Meer informatie over mediawijsheid
Ouders die meer willen weten over zogeheten mediawijsheid, kunnen op de website Mediawijsheid meer informatie vinden.
En specifieke informatie over de invloed en het beperken van mediageweld vind je in hoofdstuk 3 van het boekje Beeldschermkinderen van Patti Valkenburg.
Fotocredits: Meisje leest krant, Roland Scheerer - Gezin kijkt televisie, Paul Townsend - Hongersnood Sudan, Kevin Carter - Nachtmerrie, McK Boyer