Vandaag is het Buitenspeeldag. Overal in het land worden leuke activiteiten georganiseerd. Tel daar het mooie weer bij op en er is geen enkele reden om binnen achter de iPad te blijven zitten.
Eigenlijk zou het iedere dag Buitenspeeldag moeten zijn. Kinderen van nu zitten te vaak binnen. De huidige generatie kinderen speelt de helft minder buiten dan hun ouders. Éen op de vijf kinderen speelt niet eens 1 keer per week buiten. Maar liefst 80 procent van de kinderen beweegt onvoldoende.
Kinderen wachten soms op aansporing door hun ouders om naar buiten te gaan. Maar die vinden volgens een onderzoek van Motivaction buitenspelen dan soms weer gevaarlijk. Opvallend is dat 84% van de ondervraagde ouders aangeeft dat de buurt 10 jaar geleden veiliger was voor kinderen om buiten te spelen.
Buitenspelen om natuur te beschermen
Het is helaas niet voor alle kinderen weggelegd, maar buitenspelen in natuur heeft een aantal voordelen.
Zo vergroot spelen in de natuur het milieubewustzijn bij kinderen. Uit onderzoek blijkt namelijk dat wie in zijn jeugd een band heeft opgebouwd met natuur, later meer geneigd is deze te willen beschermen.
Buitenspelen goed voor gezondheid kinderen
Daarnaast is spelen in het groen goed voor de gezondheid.
Volgens gedragswetenschapper Jolanda Maas voelen mensen die regelmatig in de natuur zijn zich anderhalf keer zo gezond als degenen die dat niet zijn.
Bij kinderen die slechts 10% natuur op 1 kilometer afstand van hun woonomgeving hadden, blijkt de kans op depressieve klachten maar liefst 6 keer zo groot als bij kinderen die 90% groen op 1 kilometer afstand hadden. Deze onderzoeksuitslag is gecorrigeerd naar leeftijd, geslacht en economische achtergrond.
Uit het onderzoek van Jolanda Maas blijkt verder dat natuur:
- goed is voor het herstel van stress;
- aanzet tot meer bewegen;
- goed is voor sociale contacten en welzijn;
- goed is voor de motorische ontwikkeling;
- zorgt voor een beter klimaat (daar wordt momenteel meer onderzoek naar gedaan)
- en goed is voor de ontwikkeling van kinderen.
Leren in natuur
Natuur is in algemene zin heel goed voor de ontwikkeling van kinderen. Maas verwijst in dit geval naar de embodied cognition theory: je ervaart je omgeving zowel fysiek, zintuiglijk als gevoelsmatig, met je hele hebben en houden. Daardoor leer je op een andere manier:
- Er is sprake van actie-reactie-actie. Dat verhoogt het oplossend vermogen. Er zijn voortdurend activiteiten met een directe feedback. Zo leer je spelenderwijs hoe de wereld in elkaar zit, het stimuleert het denken.
- Natuur oordeelt niet. Als het niet lukt, ga je gewoon iets anders doen.
- De natuur biedt een veelzijdige omgeving. Er zijn diertjes, je kunt klimmen, en alles is anders in de verschillende seizoenen en onder andere weersomstandigheden.
- De natuur is steeds anders, je doet steeds nieuwe ontdekkingen. Dat biedt uitdagingen. Je leert je beperkingen, je leert je grenzen verkennen. Dat is goed voor de ontwikkeling van het zelf.
In dit rapport lees je meer over de relatie tussen mens en natuur (met name vanaf pag. 83).
Groen doet goed
Natuur is dus om veel redenen goed voor kinderen, en dat hoeft heus geen groot bos te zijn. Groen om te spelen zou eigenlijk vanzelfsprekend moeten zijn, voor de gezondheid van onze kinderen en voor het behoud van de aarde.
Helaas hebben veel kinderen weinig groen om zich heen. Maar het blijkt ook dat kinderen die niet gewend zijn aan buitenspelen die natuur, dat groen zelf niet snel opzoeken. Het is een reden voor school of opvang om te zorgen voor een groene speelomgeving. Dat kan ook een schooltuin zijn.
Buitenspeeldag
Veel of weinig groen, buitenspelen is altijd goed voor de ontwikkeling van kinderen.
Om kinderen naar buiten te krijgen organiseert Jantje Beton elk jaar de Buitenspeeldag. Ook onderzocht de stichting waar kinderen het liefste spelen, welke spelletjes ze het liefste doen en wat buitenspelen voor hen aantrekkelijker zou maken. Lees hier de uitkomsten uit dat onderzoek.
Tip 👉 Lees ook de 11 spelletjes voor in de tuin.
