Heb je weleens afgevraagd hoe het is om blind te zijn? Andere zintuigen worden scherper als je niet kunt zien. Dat kun je ervaren met deze speurtocht met je ogen dicht.
Leeftijd: 6-12 Tijdsduur: Als je alle opdrachten doet, ben je 1-2 uur bezig.
Alles is natuurlijk anders als je blind bent. Soms spelen kinderen uit nieuwsgierigheid dat ze blind zijn. Voor de ontwikkeling van compassie is het heel goed om soms te doen alsof.
Train je zintuigen met deze speurtocht me je ogen dicht
Met deze activiteiten merk je:
- Hoe lastig het is als je blind bent.
- Dat je ook nog andere zintuigen hebt waarmee je de wereld om je heen kunt ervaren.
- Dat de wereld om je heen, in dit geval natuur, jouw zintuigen op allerlei manieren prikkelt.
Dit is een speurtocht waarbij je alle zintuigen gebruikt, behalve het zicht. We gaan op zoek naar natuurlijke voorwerpen en elementen en verkennen deze met onze zintuigen. Vervolgens stel je prikkelende vragen om na te denken over je zintuigen en de natuurlijke omgeving.
Bekijk ook deze speurtocht met foto’s!
De tastzin
Laat kinderen buiten vier voorwerpen zoeken van bomen: een blad, een stam, de vrucht, een zaadje, een takje, wat ze zelf willen. Maar de voorwerpen moeten elk over een van de volgende eigenschappen beschikken:
- Iets zachts
- Iets stekelig
- Iets nats
- Iets glads
De voorwerpen mogen kinderen met open ogen zoeken. Wil je het spannend maken, dan zet je twee kinderen bij een boom neer (dat kan ook in een park) en laat je de kinderen om de beurt met gesloten ogen zoeken waarbij het andere kind begeleidt. Let er wel op dat je niet in een hondenuitlaatgebied zit.
Heeft iedereen vier voorwerpen die elk voldoen aan een van bovenstaande eigenschappen? Laat de kinderen dan niet te ver van elkaar op een eigen plekje de voorwerpen in stilte met gesloten ogen voelen.
Na 5-10 minuten voelen, mogen de ogen open. De wat oudere kinderen kun je nu vragen stellen waarover ze kunnen nadenken en om de beurt op mogen antwoorden:
- Voelen alle bomen hetzelfde aan?
- Hebben alle bladeren dezelfde grootte en vorm?
- Waarom zijn sommige dingen glad en andere ruw?
Op deze manier worden kinderen zich bewuster van de vorm en textuur van dingen die je zonder te kijken met andere zintuigen dan het zicht kunt ervaren.
De reuk
Voor deze activiteit is het nodig dat elk kind in de buurt van water zit, dat kan elk formaat hebben, sloot, vijver, waterplas.
Ook kies je voor een bodem met een duidelijke textuur, zo mogelijk wat verschillende per koppel/kind.
Zoek een plek met een struik of boom in de buurt, want ze gaan ook aan bloemen of bladeren ruiken. Het is daarom handig als je geurende bloemen of bladeren voorhanden hebt.
Nu gaat het kind zelfstandig op de tast (indien veilig) of begeleid door het andere kind dat wel mag kijken afwisselend ruiken aan de verschillende natuurlijke voorwerpen.
Al tijdens het ruiken (met gesloten ogen) of in een kring na afloop met de ogen geopend stel je de volgende vragen:
- Ruiken bloemen, bladeren en bomen hetzelfde?
- Hoe ruikt een vijver of waterbron?
- Als je met je vinger over de bladeren wrijft, ruiken ze dan sterker dan wanneer je dat niet doet?
Het gaat niet om goede of foute antwoorden, maar om kinderen bewust te maken van de geur van de natuur.
Het gehoor
Je gaat op zoek naar:
- Een vogel die zingt
- Een struikgewas
- Een knappend geluid
- Een krakend geluid
Om variatie aan te brengen in deze geluidenspeurtocht (met je ogen dicht!), kun je vragen de geluiden eerst aan de linkerkant te zoeken.
Kinderen lopen al zoekende alle kanten op en het is belangrijk dat dit veilig gebeurt tijdens deze speurtocht met je ogen dicht. Dus òf er is een heel klein geblinddoekt groepje in een ruimte zonder obstakels, òf ze worden begeleid door een ander kind dat wel mag kijken. Daarna wisselen.
Tijdens of na afloop van de zoektocht (voel zelf wanneer het het beste past) kun je de volgende vragen stellen:
- Kun je een vogel herkennen aan het geluid van zijn zang?
- Hoor je de wind? Heeft de wind invloed op de andere geluiden (geluiden kunnen zachter worden, overstemd of van richting veranderen).
- Hoor je andere soorten dieren?
De smaak
Bij deze activiteit zoek je voedsel dat wordt gegeten door:
- Een vogel
- Een insect
- Een eekhoorn
Het is leuk als je vruchten, stengels, bladeren of noten kunt vinden die je ook zelf kunt proeven, maar eerst moet je zeker weten dat je het kunt eten! Zoek dat op in een plantengids of online.
Nadat jullie wat eetbaar spul hebben gevonden, leg je het op een rij en laat je de kinderen met de ogen dicht (blind) proeven. Het is nu minder spannend iets in de mond te stoppen, ze hebben het immers zelf gevonden en al gezien.
Is het dierenvoedsel niet eetbaar, dan bespreek je het zonder te proeven. Gebruik je andere zintuigen om de objecten te onderzoeken en stel de volgende vragen:
- Kunnen we de plant, de bes, de noot of het zaad identificeren dat we vonden?
- Was het moeilijk om dingen te vinden?
- Is het voor dieren misschien lastig om in de natuur voedsel te vinden?
Brandnetel eten
Een voorbeeld van een plant die wordt gegeten door een insect en die we zelf kunnen eten, is de brandnetel. In het voorjaar eten de rupsen van de vlinders gehakkelde aurelia en atalanta zich hier de buik rond. Lees na de foto verder hoe je met kinderen brandnetel kunt eten.
Zo laat je kinderen voorzichtig brandnetel eten:
Pluk voorzichtig vanaf de onderkant een blaadje. Rol de punt naar binnen en vouw de zijkanten naar binnen. Door het propje dat je nu hebt te kneden gaan de brandharen kapot en maak je een zogeheten ‘brandnetelbonbon’. Die kun je gerust aan de kinderen geven. Probeer het eerst zelf om te testen of de prik eruit is (er zijn veel soorten brandnetels) en om te laten zien dat het heus kan. Vertel erbij dat ze alleen planten in het wild mogen eten met een gids als jij erbij.
Je kunt brandnetel ook verwerken in verschillende gerechten. Recepten met brandnetels vind je, net als meer kinderactiviteiten, in de online moestuincursus Moestuinieren met Kinderen.