Fouten maken is niet goed, leren we onze kinderen. In onze samenleving streven we naar perfectie en dat is iets wat we al jong – ook in het onderwijs – aan kinderen doorgeven. Hoe minder fouten, hoe beter. Maar laat kinderen alsjeblieft fouten maken. Het is beter voor hun ontwikkeling.
We leren kinderen op school liever een som op een bepaalde manier oplossen, omdat we bang zijn dat als ze de som op hun eigen manier oplossen en de daarbij fouten maken, ze die verkeerde uitkomsten zullen onthouden in plaats van het goede antwoord. Dus leren we ze standaardberekeningen. Het stampwerk. Maar onderzoek toont aan dat leren verbetert wanneer kinderen fouten mogen maken.
Gemotiveerder door fouten
Bij hersenmetingen bij volwassen proefpersonen bleken die onbewust al heel snel te weten dat ze een fout hadden gemaakt. Hoe groter de verwachting de proefpersonen was die ze van zichzelf hadden, hoe groter de teleurstelling toen ze eenmaal zich bewust waren van de fout.
Het mooie is dat deze emotionele reactie ook zorgt voor een ontlading van neurotransmitters zoals dopamine in de hersenen die je motiveren om je gedrag in de toekomst aan te passen of een andere strategie te gebruiken. Hoe groter de teleurstelling, hoe gemotiveerder de proefpersonen waren om het in de toekomst beter te doen. En zo zorgt juist een grote fout voor het sterkste leersignaal in de hersenen. Eigenlijk zijn fouten dus juist nodig voor jouw persoonlijke ontwikkeling!
Fixed of growth mindset
In de kindertijd leren kinderen van ouders en leerkrachten of het goed of slecht is om fouten te maken. Dat is belangrijk, want hoe ouder ze zijn, hoe meer ze leren van hun fouten. Dat heeft te maken met de fysiologische ontwikkeling van de hersenen. Laat ze dus alsjeblieft een positieve houding ontwikkelen ten aanzien van fouten maken!
Op de meeste scholen is fouten maken niet de bedoeling. Er wordt gestreefd naar hoge cijfers en zo snel mogelijk toegewerkt naar resultaten met weinig fouten. Efficiëntie. Voor ontdekken, aanrommelen, experimenteren, fouten maken is niet heel veel ruimte. Dat is jammer, want uit onderzoek blijkt dat kinderen die in een omgeving zitten waar positief met fouten wordt omgegaan, meer hun best doen en daardoor beter presteren. Ze worden niet tegengehouden door de angst om een fout te maken en te ‘falen’.
Perfectionistische ouders of een efficiënt onderwijssysteem vertellen kinderen dat daarvoor weinig tot geen ruimte is. Kinderen ontwikkelen dan een zogeheten fixed mindset. In tegenstelling tot een growth mindset waar wèl ruimte is voor leren door fouten maken.
Laat kinderen fouten maken
Ook jij als ouder werkt mee aan het gevoel van je kind over het maken van fouten. Wil je dat je kind zich vrij voelt zelf oplossingen te vinden en ideeën te ontwikkelen? Help het dan zijn fouten te zien als leermogelijkheden in plaats van nederlagen. Door fouten als iets negatiefs te zien en te vermijden, ontzeggen we ons creativiteit in denken en de vrijheid om oplossingen uit te proberen. Juist door fouten worden we wijzer en ontwikkelen we een goed beoordelingsvermogen. Dat is de positieve kant van fouten maken. Het is een proces dat een leven lang doorgaat, dus je kinderen kunnen er maar beter aan wennen en inzien dat het mag en dat ze er beter van worden.
Door voorbeelden te geven van je eigen fouten, de gevolgen te belichten en te vertellen hoe je ervan hebt geleerd, laat je zien dat fouten maken menselijk is. Moedig kinderen aan om hun fouten toe te geven, verantwoordelijkheid ervoor te nemen en anderen niet de schuld te geven. Kijk niet naar het verleden, richt je aandacht liever op een oplossing. Prijs je kind als hij zijn best daarvoor doet. Maar leer je kind ook excuus aanbieden als zijn fouten anderen hebben geschaad.
Verwacht niet van je kinderen dat ze perfect zijn en laat hen weten dat je liefde onvoorwaardelijk is, ongeacht hun fouten. Dat vergroot hun zelfvertrouwen. Eigenwaarde kan alleen bloeien als een kind zichzelf mag zijn, inclusief zijn fouten, als de communicatie tussen jullie open is en jouw regels flexibel zijn.