Ga je vandaag met een groepje kinderen naar buiten? Doe dan deze variaties op tikkertje. Van deze renspelletjes worden jullie lekker warm en krijg jij een goede conditie.
Weer of geen weer, kinderen vinden het leuk om naar buiten te gaan. Ze wllen hun energie kwijt en buiten zijn is goed voor de aanmaak van vitamine D. Het helpt bovendien tegen depressies en gedragsproblemen. Dus laat kinderen vooral buitenspelen, ook bij zogeheten slecht weer.
Slecht weer bestaat niet (slechte kleding wel)
Want in slechte kleding krijg je het koud. Daarom is het zo erg dat circa 7% van alle ouders in Nederland – naar schatting ruim 180.000 ouders – géén winterjas en géén schoenen kunnen kopen voor hun kind.
Goede kleding bestaat uit laagjes. Een basislaag die zweet afgeeft naar de volgende laag en daardoor zorgt voor de nodige basiswarmte. De tweede laag houdt je lichaamswarmte vast en voert je zweet verder af naar buiten. Een fleecetrui is fijn, want dat materiaal houdt lucht vast en lucht isoleert heel goed. De derde laag is de beschermingslaag die je beschermt tegen regen, wind en sneeuw. Maar deze laag moet van ademend materiaal zijn. Anders word je jas van binnen vochtig (condens) en koel je juist af, omdat vocht warmte geleidt.
Renspelletjes om warm te worden
Goed aangekleed en toch een koud momentje? Doe dan een van deze renspelletjes waarbij de kinderen lekker in beweging komen. De meeste renspelletjes zijn leuk vanaf zes spelers. Ouders, neefjes, nichtjes en buurtkinderen, doe mee!
Boomtikkertje
Spel voor in het bos waarbij je boomsoorten leert onderscheiden. Kies vooraf een boomsoort, een eik, kastanje of den, waar de kinderen vrij zijn. Er is één tikker die de andere kinderen probeert te tikken. Andere soorten bomen dan de gekozen boomsoort tellen niet mee. Als een kind aan een andere dan de genoemde soort vasthoudt, mag hij dus gewoon getikt worden. Er mag maar één kind bij een boom staan. Als je getikt wordt ben je tikker.
Geef van tevoren het speelgebied aan. Roep telkens ‘berken vrij’ of ‘eiken vrij’, om aan te geven welke boomsoort vrij is. Je kunt dus wisselen van boomsoort. Met dit spel kun je ook het verschil tussen loofbomen en naaldbomen leren. Roep dan ‘loofbomen vrij’ of ‘naaldbomen vrij’.
Een variatie is dat je het aantal tikkers laat oplopen zodat het voor de overgebleven kinderen steeds moeilijker wordt niet getikt te worden.
Boompje verwisselen
Wijs een aantal bomen van één boomsoort aan (kies daarbij het aantal kinderen min één.)
Tel tot drie en dan wisselen de kinderen van boom. Als je je boom loslaat mag je niet meer terug. Als een kind geen boom heeft of bij een verkeerde boomsoort staat is hij/zij af. Er doet dan ook een boom minder mee, net als bij stoelendans.
Je kunt dit een paar keer doen met verschillende soorten bomen.
Ratten en raven
Maak een vak met buitenlijnen en een middenlijn. Bij deze lijn staan twee partijen in twee rijen tegenover elkaar. De ene rij is de ratten, de andere rij de raven.
Een volwassene vertelt een verhaal (dat kun je ter plekke bedenken) waarin de woorden ‘ratten’ en ‘raven’ voorkomen. Valt in dit verhaal het woord ratten, dan rennen de ratten zo snel als ze kunnen weg, naar hun eigen achterste buitenlijn. De raven proberen de ratten voordat ze daar zijn te tikken. Valt het woord raven in het verhaal, dan rennen de raven weg en gaan de ratten hun tikken.
Let op: je mag 1 persoon van de tegenpartij tikken, niet meer. Het spel is afgelopen als er geen ratten of raven meer over zijn.
Vos kom uit je hol
Eén kind, de vos, zit onder een laken. De andere kinderen staan zo’n 30 meter er vandaan. Het is handig als je een punt afspreekt waarachter ze wachten of een lijn tekent.
De kinderen lopen op de vos af en roepen: “Vos kom uit je hol!”. De kinderen komen steeds dichter bij. Ze blijven roepen: “Vos kom uit je hol!” Ineens komt de vos uit z’n hol en probeert zoveel mogelijk kinderen te tikken. Wanneer de kinderen weer achter de lijn staan zijn ze vrij.
Kat en muis
Bij het tikspelletje kat en muis speelt een kind de kat en een ander kind de muis. Alle anderen die meedoen gaan om de muis heen staan.
De kat moet de muis proberen te vangen, maar de anderen beschermen de muis. De kat probeert onder de armen van de kinderen door te kruipen en in de kring te komen. Als de kat in de kring is kan hij namelijk de muis pakken.
Heeft de kat de muis gevangen, kies dan twee nieuwe kinderen die de kat en muis mogen spelen.
Dierentikkertje
Bij dit tikspel komen dierennamen voor. Het is een buitenspel waarbij de kinderen gewoon tikkertje gaan spelen, maar als de tikker jou wil tikken, moet je vlug een dierennaam zeggen. Ben je op tijd? Dan ben je geen tikker, maar kun je weer wegrennen. Ben je te laat en heeft de tikker jou al getikt voordat je een dierennaam hebt gezegd, dan ben je af en ben jij de tikker.
Om dierentikkertje moeilijker te maken kun je afspreken dat alleen dierennamen genoemd mogen worden met een bepaalde letter en dat er geen dubbele dierennamen gezegd mogen worden.
Onderdoorkruip tikkertje
Een eenvoudige variant op tikkertje. Er is één tikker en de anderen moeten wegrennen. Spreek een afgebakend terrein af waarbinnen de kinderen mogen wegrennen. Als een kind getikt wordt, gaat het met zijn benen gespreid staan. De kinderen die nog niet getikt zijn, mogen hem vrij maken door onder de benen door te kruipen.
Het spel is voor bij als iedereen is getikt. Ook kun je afspreken dat na een bepaalde tijd een andere tikker mag zijn zodat iedereen aan de beurt komt. Wie tikt de meeste kinderen?
Voetje van de vloer
Voetje van de vloer is een leuk kinderspel wat veel kinderen al wel kennen. Het gaat erom dat iemand rond gaat lopen als tikker. Als diegene langs komt, moet de ander de voeten van de vloer doen. Je voeten mogen de grond echt niet raken. Raakt een kind met de voeten toch de grond? Dan mag de tikker het kind tikken en is hij of zij de tikker.
Dit spel is leuk als je in een natuurlijke omgeving bent met omgevallen bomen, boomstronken en takken om aan te hangen. Of een speelplein met toestellen.
Maak wel een paar afspraken over de ruimte waarbinnen het spel wordt gespeeld en de maximale duur dat je ergens mag zitten, bijvoorbeeld 10 seconden. De tikker mag dan natuurlijk niet ernaast staan wachten tot die 10 seconden om zijn.
Tien tellen in de rimboe
Dit tikspel is een soort verstoppertje. De zoeker staat bij de ‘buut’ en roept ‘Tien tellen in de rimboe’ en telt vervolgens van 10 naar 0. De andere kinderen gaan zich nu verstoppen binnen een van te voren afgesproken gebied. Nadat de zoeker klaar is met tellen moet hij de anderen proberen te ontdekken, maar zonder de buut te verlaten. Als hij een ander kind heeft ontdekt, roept hij zijn naam en de plaats en moet dat kind naar de buut komen.
Als hij niemand kan zien, begint hij opnieuw, maar nu roept hij ‘Negen tellen in de rimboe’ en tel hij van negen tot 0 terug. Iedereen moet ondertussen uit zijn schuilplaats komen en snel de rug van de aftellende zoeker aantikken, zijn eigen naam noemen en zich weer snel verstoppen. Zo wordt het steeds moeilijker voor de verstoppers om zich te verstoppen. Wie blijft er als laatst over?
Schipper mag ik overvaren
Maak met bomen als ijkpunt of lijnen in het zand een speelveld. De kinderen staan aan een kant van het veld, de tikker in het midden. De spelers vragen nu al zingend aan de schipper: “Schipper mag ik overvaren ja of nee” waarop de schipper “ja” antwoord. De spelers vervolgen: “Moet ik dan ook geld betalen ja of nee?” waarop de schipper “ja” zegt en de spelers vragen: “Hoe?”
Hierna vertelt de schipper hoe de spelers de overkant moeten bereiken, bijvoorbeeld door te wandelen, te kruipen of door te hinkelen. Terwijl ze dat doen probeert de schipper ze te tikken. De schipper moet daarbij net zoals de rest van de spelers ook wandelen, hinkelen of iets anders.
Alle leuke spelideeën zijn welkom. Dus weet jij nog een origineel of lekker ouderwets tikspel of renspelletje? Laat het me weten onderaan de pagina!
👉 Lees ook deze kinderactiviteiten met bomen om renspelletjes af te wisselen met rustiger momenten.