Hoe maak je wormencompost

Compostwormen met gft in handen

Als je compost wilt en geen of een kleine tuin hebt, dan is een wormenbak ideaal. De wormencompost die jouw compostwormen maken in je wormenhotel is heel goede bemesting.

Wormcompostering lijkt op gewone compostering. Met dit verschil dat er alleen organisch keukenafval in mag worden verwerkt. Wormcompostering gebeurt in een wormcompostbak waaraan wormen toevoegt. Deze compostwormen planten zich snel voort, voor je het weet, heb je een bak vol!

Speciale compostwormen zetten dit om in rijke vermicompost (wormenpoep). Veel wormenbakken hebben een kraantje, waarmee je vloeibare mest (zogeheten percolaat) kunt aftappen. Het is heel goed voor de plantjes!

In deze video kun je zien hoe compostwormen hun werk doen. (timelaps)

Speciale compostwormen

De compostworm (Eisenia fetida ) moet je niet verwarren met de regenworm (Lumbricus terrestris).

Regenwormen zijn groter en dikker. Het zijn de bleke, grijsachtige aardwormen die je vaak ziet bij het omspitten van de tuin. Ze zijn je grootste vriend in de tuin. Ze houden je tuin luchtig en maakt gangen in de grond, waardoor water kan wegstromen en planten en bomen hun wortels dieper kunnen nestelen. Zo krijgen ze een mooier wortelgestel en kunnen ze gemakkelijker zuurstof, voedingstoffen en water opnemen. Regenwormen overleven niet in een compostbak.

Compostwormen zijn wél geschikt voor de compostering. Ze zijn rood en hebben soms gele/oranje strepen. Deze wormen kunnen per dag evenveel als eigen gewicht verteren.

Waar haal je compostwormen vandaan?

De goedkoopste en eenvoudigste oplossing is om er te vragen aan iemand die al composteert (in een compostbak, een compostvat of zelfs in een wormcompostbak). Vraag om een paar liter compost met voldoende wormen (enkele tientallen) om te beginnen.

Je kunt beter geen wormen uit visserswinkels kopen, want die zijn niet zo geschikt voor wormcompostering. Wel zijn ze online te bestellen, bij commerciële wormenkwekers.

Verschillende compostbakken

Wormen zitten het liefst in een donkere omgeving, maar hebben wel lucht nodig.

Een wormenbak kun je zelf maken of bestellen. Als je zelf maakt, kies dan voor plastic. Dat is heel geschikt om een wormcompostbak mee te maken. Het rot niet, het is stevig en het is makkelijk te onderhouden. Kies ondoorschijnend plastic, want de wormen houden niet van licht.

Zelf bouwen is niet heel moeilijk maar kost je even wat tijd en je moet een paar dingen in de gaten houden. Zorg voor:

  • een deksel dat tegen het licht en tegen de regen beschermt (zo blijft de vochtigheid binnenin behouden);
  • een goede verluchting;
  • een goede afvoer en makkelijke oogst van het percolaat;
  • een bak die breder is dan hij hoog is. Zo krijg je een betere verluchting.

Wormenbak bestellen? Kijk dan hier!

Hoe bouw je een wormenhotel?

Dat kun je zien op dit filmpje.

Een wormenbak bestaat uit meerdere bakken op elkaar. In het filmpje zie je er twee, maar vaak zijn het 3 bakken.

Een wormenhotel kopen

Duurder, maar gemakkelijker is om een bak te kopen.

Houd bij de keuze van een wormcompostbak rekening met de grootte van je gezin, je persoonlijk verbruik en de beschikbare ruimte, maar ook met hoe handig de bak is in het gebruik.

Er bestaan drie modellen: het verticale systeem met 1 of met meer compartimenten en het horizontale systeem.

De monobak

De monobak is een bak met één compartiment, een deksel, een dubbele geperforeerde bodem en een kraantje om het percolaat af te tappen.

Voordelen
  • De bak is helemaal afgesloten.
  • De wormen kunnen tussen de verschillende afvallagen kruipen.
Nadelen
  • De bak is zwaar om te verplaatsen en niet zo handig om de compost te oogsten.
  • Het is lastig om de inhoud van de bak en te controleren of het systeem goed werkt.
  • De kans op verstikking van de compost is groot en dat zorgt voor stank.
  • Hij wordt niet veel verkocht.

Stapelbare bakken

Dit systeem is eigenlijk het meest praktische. Hier stapel je 3 tot 4 bakken op elkaar stapelt (de ene bak in of op de andere). De onderste bak heeft geen gaatjes en vangt het percolaat op. De bovenste bakken, die er bovenop staan, hebben wel een gaatjesbodem zodat het percolaat kan weglopen en de wormen zich tussen de bakken kunnen verplaatsen.

Voordelen
  • De bak werkt continu en is makkelijk te controleren.
  • De compost en het percolaat zijn makkelijk te oogsten.
  • De drainering van de bovenste bakken verloopt gemakkelijker.
  • Bij de oogst van de compost wordt de werking van de andere bakken niet gehinderd en hoeft het systeem niet opnieuw opgestart te worden.

Nadelen zijn er eigenlijk niet bij de stapelbare wormenbakken.

Wormenbak bestellen? Kijk dan hier!

Het horizontale systeem

Deze wormcompostbak is in twee compartimenten verdeeld door een geperforeerde verticale wand. De bak heeft een dubbele bodem om het percolaat op te vangen.

Voordelen
  • De bak werkt continu en de werking is makkelijk te controleren.
  • De compost is makkelijk te oogsten.
  • Het percolaat van het verse materiaal van de tweede bak maakt de rijpe compost van de eerste bak niet opnieuw vochtig.
Nadelen
  • Dit systeem neemt meer plaats in.
  • Het is niet makkelijk te vinden.
  • Het percolaat is moeilijker te oogsten.

Een wormenhotel beginnen

Je hebt de spullen, nu wil je beginnen. Maar hoe doe je dat?

Optimale omstandigheden

In principe kun je de bak overal neerzetten: in de garage, de kelder, op een binnenplaats of op een balkon. Maar het beste is niet te ver van de keuken. Dan hoef je niet steeds te ver te lopen. Zorg in elk geval voor een goed verluchte plaats met een omgevingstemperatuur tussen 15 en 25 °C om je wormcompostbak goed te laten werken.

De startfase van een wormcompostbak is een delicate fase. Het systeem werkt efficiënt als:

  • de wormen optimale levensomstandigheden krijgen om zich voort te planten (temperatuur, vochtigheid en verluchting);
  • je 2 tot 3 maanden de tijd neemt om het proces goed op gang te krijgen.

De inrichting van de wormenbak

Dan richt je de bak in. Doe dat volgens de volgende stappen:

  • Breng net boven de opvangbak een onderlaag aan van ofwel vochtig krantenpapier en wat aarde en wormen, ofwel half verteerde compost die wormen en andere nuttige organismen bevat (paddenstoelen, bacteriën, enz.). De onderlaag moet ten minste 4 à 5 cm dik zijn en minstens 50 gram wormen toe (= 150 compostwormen) bevatten.
  • Op de onderlaag breng je vervolgens een dunne laag (enkele centimeters) keukenafval aan dat je in kleine stukjes snijdt (van maximum 5 cm lang) en dat makkelijk te verteren is (bananenschillen, slablaadjes, enz.)

Zo’n tien dagen lang mag je niets meer toevoegen aan de wormcompostbak zodat de wormen de tijd krijgen om zich aan te passen aan hun nieuwe omgeving en om het proces in gang te zetten (gedeeltelijke ontbinding van het afval). Pas als je de wormen in de eerste keukenafvallaag ziet opduiken, kun je nieuw afval toevoegen. Maar niet teveel tegelijk. Misschien kun je niet al je keukenafval kwijt, dat zal je moeten accepteren.

De meest gemaakte fout is de wormcompostbak te snel en met te veel afval te willen voeden. Het duurt even voordat de wormen het nieuwe organische materiaal beginnen te verteren. Ze eten immers geen vers afval. Eerst dient een bacteriële omzetting plaats te vinden.

Het systeem bereikt zijn maximale capaciteit pas na twee à drie maanden. Pas dan zijn er genoeg wormen en zijn ze gewend aan hun nieuwe omgeving.

Let op! De bak mag niet te nat of te droog worden; je maakt het droger door het toevoegen van papiersnippers, stro of zaagsel. Toevoegen van fruitafval – of regenwater – maakt de bak juist vochtiger.

Systeem met stapelbare bakken uitbreiden

Je begint met de onderste bak (de bak net boven de bodembak). Wanneer deze onderste bak vol is of te zwaar begint te worden (na enkele weken of enkele maanden) begin je met de tweede bak. Die plaatst je tussen de opvangbak voor het percolaat en de bak waar je niet langer afval aan toevoegt (waarin de compost zal afrijpen). Zo voorkom je dat de compost die aan het rijpen is telkens bevochtigd wordt met het percolaat dat naar de opvangbak loopt.

Wat mag in de wormenbak?

WEL

(alles in niet te grote stukken)

  • Ongekookte groenten
  • Fruitresten
  • Plantenafval
  • Koffieprut
  • Theezakjes
  • Papier (krant of onbedrukt)
  • Mest van planteneters
  • Eierschalen

NIET

  • Vlees, vis
  • Zuivel
  • Granen (waaronder brood, deeg)
  • Mest van vleeseters
  • Vetten of oliën
  • Gekookte etensresten
  • Citrusvruchten

Hoe houd je je worm gezond?

Wil je de wormen in leven houden, let dan op de temperatuur, de vochtigheid en de verluchting.

Andere factoren zoals licht, lawaai, de zuurtegraad van de omgeving en trillingen zijn belangrijk voor het welzijn van de wormen.

Temperatuur

Bij 15 tot 25 °C zijn de wormen het actiefst. Onder de 10 °C verloopt het verteringsproces heel wat trager en kun je beter geen nieuw afval aan de wormen geven. Bij temperaturen onder de 5 °C en boven de 30 °C gaan de wormen dood.

Als je wormcompostbak buiten staat, moet je die in de zomer afschermen tegen direct zonlicht en in de winter tegen vorst (met een deken of polystyreenschuim).

Beter is om de wormcompostbak bij een temperatuur van minder dan 5 °C binnen te zetten als dat kan.

Vochtigheid

Wormen zijn heel gevoelig voor droogte. De wormcompostbak moet voldoende vocht bevatten, maar ook weer niet te veel. Want teveel vocht verdrijft de lucht (de zuurstof dus) en veroorzaakt stank.

Zorg daarom voor een goede drainering van de compost en laat het percolaat goed wegvloeien naar de opvangbak. Het is in principe niet nodig om water toe te voegen omdat keukenafval al voor 75 tot 85 % uit water bestaat.

Goede beluchting

Allerlei organismen kunnen zich voortplanten dankzij lucht (zuurstof). Is daar te weinig van en ontstaat een anaerobe omgeving, dan zal het afval gaan gisten. Het substraat (dat is het rottende materiaal vermengd met de compost) zal verzuren. Daardoor is het niet meer geschikt als voedingsstof voor de compostwormen. Bovendien gaat het stinken.

Zorg dus voor een goede beluchting. Laat de bak vooral niet te nat worden, want teveel vocht verdrijft immers de lucht. Dat doe je als volgt:

  • Bruin materiaal (houtsnippers, zoals voor caviakooien, stukjes karton of krantenpapier ) bij je organisch afval zorgt voor structuur en droogte. Het werkt de compost los, verlucht die en absorbeert een deel van het vocht.
  • Zet de wormcompostbak op een verluchte en warme plaats. Een deel van het overtollige vocht verdampt vanzelf via de verluchtingsopeningen van de bak.
  • Voeg als de bak te nat wordt een tijdje geen afval meer toe aan de wormcompostbak.
  • Prik met een stang verticaal langs de wanden om verluchtingskanalen te maken.
  • Woel de compost en het afval lichtjes en voorzichtig om met een kleine tuinhark.
  • Controleer regelmatig of de compost goed is om geoogst te worden. Als de compostlaag te dik wordt, kan het percolaat niet goed wegstromen en wordt de compost te vochtig.

Problemen in de wormenbak

Vliegjes

Suikerhoudend afval als fruit en zetmeel trekt vliegjes aan. Er zullen altijd wat vliegjes zijn, want de eitjes zitten op de groenten- en fruitschillen die je in de wormcompostbak gooit. Krijg je er teveel, dek het afval dan af. Dat doe je met wat substraat (rottend materiaal vermengd met compost), een katoenen doekje, wat krantenpapier, een stuk karton of bruin materiaal (bijvoorbeeld fijne houtsnippers).

Ook voeg je twee tot drie weken geen afval toe.

Stank

Een goed werkende wormcompostbak stinkt niet. Gebeurt dit toch, dan wordt de compost niet goed verlucht en is het substraat te vochtig. De gisting verloopt dan zonder lucht en daardoor ontstaat een kwalijk geurtje.

Te vochtige substraat kan komen door teveel keukenafval, te dik substraat of verstopte gaatjes onderin. De oplossing is er bruin materiaal aan toevoegen, even geen keukenafval toevoegen en checken of er nog wel genoeg wormen in de bak zitten.

Schimmels

Schimmels zijn samen met de bacteriën de belangrijkste micro-organismen die het afval voorverteren. Ze verschijnen vooral tijdens het opstarten, vaak als witte draden. Ze gaan de werking van de wormcompostbak niet tegen en verdwijnen na een paar dagen. De schimmels komen meestal tevoorschijn door een overvoeding van de wormcompostbak in de opstartfase.

Wormen die ontsnappen

Het is heel gewoon dat je wat wormen tegenkomt tegen de binnenkant of onder het deksel van de wormenbak. En soms ontsnapt er een. Die zet je gewoon weer terug.

Maak regelmatig de binnenwanden schoon en droog en controleer of de bak nog goed dicht is.

Kruipen de wormen nu in grote getale uit de bak, dan is daarbinnen iets mis. Dat kunnen verschillende dingen zijn:

  • Het substraat is te droog: bevochtig het wat met een verstuiver.
  • Het is te vochtig: voeg er droog (bruin) materiaal aan toe en meng dit goed. Voeg een tijdje geen nieuw afval toe aan de bak.
  • Er is te weinig beluchting: zorg voor wat beluchting met een kleine tuinhark. Is er daarnaast een probleem met de structuur of is de bak te vochtig (twee oorzaken van zuurstofgebrek), voeg dan wat droog (bruin) materiaal toe. En gooi geen keukenafval meer in de bak tot de compostering weer normaal verloopt.
  • Het substraat is te zuur: om het zuur te neutraliseren, voeg je regelmatig een soeplepel zeealgenpoeder toe aan de compost. Dit is te vinden in de dierenspeciaalzaak of bij een tuincentrum.

Compost en percolaat

De compostwormen leveren je twee producten die rijk zijn aan mineralen: vermicompost en percolaat. Het laatste is het water dat vrijkomt bij de vertering van gewassen.

Percolaat

Bij het begin van de compostering zijn alleen de micro-organismen actief (paddenstoelen, bacteriën, enz.). Die beginnen te werken zodra er zich organisch materiaal begint op te hopen in de wormcompostbak. Ze maken enzymen die de celwanden van het zacht geworden groente- en fruitafval gaan afbreken. Wanneer die wanden doorboord worden, vloeit de inhoud van die cellen weg door het ontbindende materiaal tot in de opvangbak. Deze donkere vloeistof is het percolaat.

Percolaat is het snelste klaar: na een maand vind je het in de opvangbak die daar speciaal voor gemaakt is.

Percolaat is een uitstekende meststof voor kamerplanten. Het is heel geconcentreerd, je moet het tien keer verdunnen voordat je het gebruikt. Ook bij klassieke compostering komt percolaat vrij. Maar dat is slechts een klein beetje. Bovendien wordt het bij klassieke compostering niet opgevangen. Het vloeit het weg in de grond.

Sterke compost

Als de vloeistof (percolaat) is weggelopen uit de organische cellen blijft er een slappe drab over. Dat is het moment waarop de macro-organismen zoals compostwormen en luzernespringstaarten hun werk gaan doen. Hun spijsverteringskanaal verteert de zachte weefsels. Het product dat ontstaat, is de compost. Meestal duurt dat zo’n 3 maanden.

De compost weegt nog maar 10 tot 20 % van het oorspronkelijke gewicht van het afval dat je in de wormcompostbak gooide. Wormencompost is fijner en van betere kwaliteit dan klassieke compost en hoeft dus niet te worden gezeefd. Je gebruikt de wormencompost wanneer je inzaait. Gemengd met aarde kun je de wormcompost als gewone compost gebruiken.

Na 3 tot 6 maanden is je wormencompost klaar voor gebruik. Voor je de compost oogst, moet je de wormen de tijd geven zich te verplaatsen van de bak die u gaat laten rijpen naar de nieuwe bak. Enkele weken zouden moeten volstaan om alle afval goed te laten ontbinden.

In wormcompost zitten meer voedingsstoffen dan in gewone compost. Je kunt daarom een lagere dosering gebruiken: maximum 1/4 tot 1/3 compost. Is de compost nog te vochtig, laat deze dan eerst drogen.

Hoe oogst je de compost?

Hoe haal je de compost het uit de wormenbak? Dan hangt af van het systeem dat je gebruikt.

Enkele bak

Er zijn 3 manieren om de compost eruit te halen:

  • Je wacht tot de wormen alles gecomposteerd hebben. Als je dan alle compost hebt verwijderd kun je helemaal opnieuw beginnen.
  • Je oogst als het onderste deel rijp is. Je haalt het bovenste deel, dat nog niet rijp is, weg en schept vervolgens de compost eruit. Het niet rijpe deel leg je terug. Dat kun je gebruiken om weer op te starten.
  • Je start je wormenbak op met behulp van een emmer. Dat gaat als volgt: na het opstarten (zie terug) wacht je tot je wormenbak tot op 30 cm van de rand gevuld is. Dan plaats je een emmer in de bak met een geperforeerde bodem. Het keukenafval doe je voortaan in de emmer.

Is je emmer vol? Dan is de compost onder de emmer klaar. Haal de emmer weg, haal de compost uit je bak en start je wormenbak terug op met de inhoud van de emmer.

Een dubbele bak met verticale scheiding

Hier wijst het zich vanzelf. Zodra het ene compartiment vol is, vul je het andere compartiment. Als de compostwormen klaar zijn in de ene bak kruipen ze door de gaatjes in de scheidingswand naar de andere bak waar ze lekker verder eten. Op dat moment kan je de compost uit de wormenvrije bak oogsten.

De stapelbak

De stapelbak bestaat uit een reservoir voor het percolaat met daarop twee of drie bakken met een geperforeerde bodem. Hierop komt een deksel waarmee het geheel afgesloten wordt.

Eerst wordt de onderste bak gevuld, daarna de middelste en dan de bovenste. Als de bovenste bak gevuld wordt, is het keukenafval in de onderste bak gecomposteerd en zijn de wormen door de geperforeerde bodem naar de middelste bak verhuisd. De onderste bak wordt geleegd en bovenaan teruggeplaatst. Nu kan deze weer gevuld worden, en zo voort.

Zitten er nog wormen in de onderste bak? Zet dan de bak in het (dag)licht en wacht tien minuten tot de wormen zich hebben ingegraven in de compost. Schraap dan met een kleine schep de eerste, wormvrije centimeters compost weg. Wacht opnieuw tien minuten en schraap weer wat centimeters compost weg.

Op het einde blijft er een dunne laag goed verteerd compost over waarin de wormen zich opgehoopt hebben. Maak de onderste bak met wormen leeg in een van de ‘werkende’ bakken van het systeem en plaats hem bovenop om opnieuw te vullen.

Oogst percolaat

Bij een gesloten systeem moet regelmatig het percolaatvocht worden afgevoerd, omdat anders het substraat (compost + rottend keukenafval) te nat wordt. Bij de stapelbakken zit altijd een kraantje waarmee dit kan.

Het percolaat kan gemengd met water (1 deel percolaat op 10 delen water) gebruikt worden als meststof voor planten. Percolaat ruikt niet zo lekker, dus ik zou het niet binnenshuis gebruiken.

Bij open systemen lekt het percolaatvocht vanzelf naar de bodem.

Bestel hier jouw eigen wormenhotel en verander je gft in de beste compost!

Fotocredits:
Handen blauwe bak en compostwormen door Mizzou CAFNR, Flickr
Handen met compostwormen door John Lodder onder Creative Commons
Blauwe wormenbakken door Timothy Musson onder Creative Commons
Wormen die bak uitkruipen door Toby Hudson [CC BY-SA 3.0 or GFDL], from Wikimedia Commons

8 gedachten over “Hoe maak je wormencompost”

  1. Leuk om je verhaal en adviezen te lezen! Wij zijn een paar maanden terug ook gestart met een wormenhotel, in een systeem met stapelbare bakken. Ik ben nog met de eerste bak bezig en heb het idee dat het proces aardig verloopt.

    Het enige is dat er elke dag wel een paar wormen door de gaatjes in de bodem in de bak voor het percolaat terecht komen. Ik weet nog niet waar dit door komt, maar ze gaan dus op zoek naar iets. Heb jij misschien een idee?

    De bak is volgens mij vochtig genoeg (hoewel er nog weinig percolaat echt naar beneden lekt) en de wormen zijn actief, je hoort ze door de brij heen bewegen. Door de etensresten heb ik wat karton, aarde uit het bos en blaadjes gemengd.

    1. Moestuinieren met Kinderen

      Ha Jop, fijn te horen dat je er wat aan hebt. Wat de gevallen wormen betreft, dat kan verschillende oorzaken hebben. Het kan te droog zijn, maar dat is niet het geval zeg je. Het kan ook aan de samenstelling van het gft liggen. Als je teveel fruit ‘voert’, kan het gaan gisten in de wormenbak. De samenstelling zou divers moeten zijn zodat de zuurtegraad goed blijft. Heb je de indruk dat deze uit balans is – dat merk je onder andere aan een vieze geur – dan kun je de zuurtegraad herstellen door af en toe een lepel lavameel aan de massa toe te voegen (niet meer dan 1 lepel per maand).
      Ook de temperatuur is van invloed op het gedrag van de wormen. Ze houden niet van te heet of te koud. Dan vluchten ze. Omdat ze niet de aarde in kunnen vluchten, belanden ze in de lekbak. Voorkom dus extreme temperaturen in de wormenbak. Zet hem niet in de volle zon en zet hem binnen als het vriest. Waar staat je bak?

      1. Leuk van je terug te horen!

        De bak staat op mijn zonnige balkon, in de schaduw. Sowieso niet in de zon.

        Het is een beetje zoeken merk ik. Ik had wat regenwater toegevoegd omdat ik dacht dat de inhoud van de bak te droog was. Gevolg…hordes wormen die in de lekbakje terecht kwamen. Dus te nat. Vervolgens een hoop karton snippers en ook flink wat aarde (in het bos gehaald) toegevoegd en voorzichtig gemengd. De wormen blijven nu weer in de bak en je hoort ze zelfs door de brui heen glibberen aan de bovenkant. Ze zijn in ieder geval actief.

        Ik eet redelijk wat bananen, dus veel schillen in de bak. Wellicht dat ik dat wat zou kunnen minderen voor de balans.

        Er lekt in ieder geval wat percolaat in de lekbak. Gaat niet hard, maar heb het al verdund gebruikt als voeding voor mijn planten. We zijn een heus moestuin balkon aan het bouwen. Erg leuk.

        1. Chantal

          Hoi Jop, Ja, het is een beetje zoeken. Bananenschillen kunnen erbij, maar breng vooral wat afwisseling aan in voedsel. Wat echt niet kan: gekookte groente- en fruitresten, pasta, brood, vlees/botten/vel/ingewanden (trekt ongedierte aan), snijbloemen (bevatten veel gif). Wees ook matig met scherpe gft als ui, knoflook, pepers en citrusschillen. Groenafval dat besmet is met schimmels of ziekten kun je ook beter bij het restafval doen.

      2. Ik begin te begrijpen dat het balanceren is en kijken hoe de wormen reageren. De bak staat op mijn zonnige, warme balkon, maar in de schaduw, nooit in de volle zon. Ik denk dat dat wel moet kunnen qua temperatuur.

        Ik eet redelijk wat bananen in een week. Hoewel het toch voornamelijk groenten afval is wat er in de bak terecht komt, zal ik de bananen eens minderen. Ik heb niet het idee dat er overdreven gisting plaats vindt, en schimmels zijn nog minimaal.

        Vorige week had ik wat regenwater toegevoegd omdat ik het idee had dat de bak te droog was. Gevolg, de hele wormen familie verhuisde naar de lekbak. Conclusie: te nat gemaakt. Vervolgens weer karton en een paar scheppen aarde uit het bos toegevoegd en voorzichtig gemengd. Nu is de alle activiteit weer in de bak en kun je de wormen duidelijk horen glibberen. Ik heb het idee dat aarde (uit de natuur) toevoegen best een goed idee is. Ik ben benieuwd naar jou mening hierover.

        Groet,
        Jop

        1. Chantal

          Ha Jop, lekker bezig! Een klein beetje aarde uit de natuur kan best, maar niet teveel. Gebruik in elk geval geen aarde met turf, die is te zuur. Turf is sowieso geen duurzaam materiaal. Dus ook als je al tuinaarde/potgrond uit de winkel gebruikt voor een ander doel, neem dan turfvrije potgrond. Verder is het inderdaad steeds bijsturen indien nodig. Niet te droog, niet te nat. Succes!

  2. John Hoeks

    Goed en helder stuk!
    Wat me nog niet helemaal helder is, is of de wormen dit alles overleven. Kun je daar nog wat over zeggen?

    1. Moestuinieren met Kinderen

      Bedankt voor het compliment John! In het blog beschrijf ik wat je moet doen om de wormen gezond en in leven te houden. Dat is zeker het doel. Ergens onderaan vertel ik hoe je de compost oogst en de wormen achterlaat om verder hun werk te doen. Succes!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Winkelwagen
De inhoud van dit bericht kan niet worden gekopieerd!
Scroll naar boven