In mijn online moestuincursus beschrijf ik hoe je een insectenhotel maakt. Een fijne schuilplaats voor nuttige diertjes. In deze blog ga ik wat groter: hoe bouw je een dierenhotel?
Alle dieren willen kunnen schuilen. Daarom vind ik het nooit leuk als ik schapen, koeien en paarden – varkens niet, die staan opeengepakt in stallen en komen nooit buiten – zonder beschutting in de wei zie staan. Geen boom, geen struik, geen dak, felle zon, harde wind of hagel zo groot als pingpongballen, ze kunnen geen kant op om een schuilplaats te zoeken.
Nee, dan hebben wilde dieren het toch beter.
Die kunnen als ze het te warm hebben of slecht weer voelen aankomen een plekje zoeken waar ze droog of uit de wind en zon zitten. En je merkt: als je zulke plekjes in de tuin maakt, maken dieren er vaak gebruik van.
Nestkastjes, insectenhotels en egelschuilplaatsen zijn leuke voorbeelden, maar het kan ook groter. Een hotel van een speciekuip (specie is cement) waar egels, muizen, kikkers of zelfs vosjes kunnen wonen.
Want in onze opgeruimde tuintjes is het voor egels vaak lastig om een geschikte plek te vinden waar ze kunnen schuilen of hun winterslaap kunnen houden. Gelukkig stellen deze nuttige dieren geen hoge eisen aan hun verblijf. Als het maar beschut en donker is.
Hoe maak je een dierenhotel?
De eerste laag bestaat uit een speciekuip met een gat aan de zijkant van zo’n 15 cm. Dat gat zit aan de onderkant nadat je de kuip op zijn kop hebt gelegd. Je snijdt dus ook een stukje van de rand weg. Zo hebben de dieren die in jouw hotel willen wonen geen drempel te nemen.
Voordat je de kuip op de juiste plek legt, leg je op de grond eerst wat takjes neer, kriskras door elkaar. Dan de kuip erop, op z’n kop. Zo, de eerste laag is klaar. Niet alleen egels, maar ook kikkers en spitsmuizen zullen het hier naar hun zin hebben.
Insectenhotel
Aan de buitenkant van de kuip leg je een laag zand neer te hoogte van de kuip. Daar kunnen graafwespen en andere gravende insecten in wonen.
Op de kuip leg je eerst een grote tegel of betonplex als ondergrond. Dan wat oude dakpannen, losgestapelde stenen of stukken tegel.
Daarbovenop kun je stammetjes met gaatjes neerleggen. Daar wonen bijen en hommels graag in. (Altijd goed om bijen te helpen en tegen uitsterven te behoeden.) Je kunt hier ook houtblokken voor gebruiken. De blokken hoeven niet van gelijke hoogte of formaat te zijn. In de houtblokken boor je lange dunne gaatjes. Dit zijn geschikte nestplaatsen voor bijen. Maak de gaatjes klein (dun), anders wordt je dierenhotel een drive-in restaurant voor vogels.
Een leuk voorbeeld van een insectenhotel:
Tussen de houtblokken en/of stammetjes leg je wat bundels losse takjes.
Nachtvlinders
Sommige insecten zie je overdag niet. Die houden van koelte en wachten tot de zon weg is. Voor hen kun je wat houtblokken neerleggen. Dek de blokken af met een stevige houten plank voor meer beschutting.
Vogelbadje
Op de tegel kun je voor vogels wat fijn materiaal neerleggen, bijvoorbeeld twijgen van een boompje. Will je het de vogels echt naar de zin maken, dan kan je ook nog een zwembadje en een voederbak op het dierenhotel plaatsen.
Tips voor een drukbezocht dierenhotel
- Maak het hotel op een rustige plek in de tuin zodat de beesten niet van je schrikken.
- Maak je dierenhotel niet te ‘schoon’. Oude bladeren, mos en kapotte takjes zullen er juist voor zorgen dat de dieren zich er snel op hun gemak voelen.
Laat je zien op mijn Facebookpagina hoe het geworden is?
Foto door Garry Knight gepubliceerd onder Creative Commons
